Ontwerp
Na het verhelderen van de context en het formuleren van je opdracht, ga je in de ontwerpfase van het beleidsproces aan de slag met het maken van beleid.
Je kunt daarvoor goed gebruik maken van het beleidsmodel onderaan deze pagina. In een aantal ronden neem je alle onderdelen, die van invloed zijn op je beleid, steeds opnieuw onder de loep. Dat doe je totdat elk onderdeel zowel inhoudelijk als op detailniveau is uitgewerkt en alle onderdelen op elkaar zijn afgestemd.
Je kunt bijvoorbeeld beginnen met een inventarisatieronde. Daarin maak je van alle aspecten een eerste inventarisatie. Vervolgens doe je een ‘kijkronde’. Je verzamelt meer kennis en ideeën over alle aspecten. Enzovoorts. Bepaal ook of, en zo ja wanneer, een tussenproduct nuttig kan zijn. Denk daarbij aan een startnotitie of peilnota (nota met inhoudelijke tussenstand van een beleidsproces). Wat je tegenkomt in een of meerdere ronden kan aanleiding zijn om de opdracht te herzien of zelfs om nog een stap verder terug te gaan en je contextanalyse bij te stellen.
Je kunt de ontwerpfase samenvatten in vier werkwoorden: KIEZEN, KIJKEN, STUREN, DOEN.
Links
Om beleid te maken dat hout snijdt is het belangrijk om je heen te ‘kijken’. Je wilt kennis en ideeën verzamelen over waarom dit beleid wordt gemaakt en voor wie. Op die manier kun je goed je opdracht bepalen en weten wie je moet betrekken.
Tijdens het ontwerpen van beleid moet je onvermijdelijk (inhoudelijke) keuzes maken die van invloed zijn op het resultaat. Omdat keuzes van grote invloed zijn op het resultaat, moet je ze transparant, navolgbaar en weloverwogen maken.
Beleid moet, als het is vastgesteld, uitgevoerd worden. Van beleid maken naar beleid ‘doen’. En daar gaat het wel eens mis. Beleid blijkt soms moeilijk uitvoerbaar. Bijvoorbeeld als het niet helder genoeg is geformuleerd, als middelen ontbreken, instrumenten ongeschikt zijn, enzovoorts. Daarom is het belangrijk om in de beleidsvorming expliciet aandacht te besteden aan hoe het beleid uiteindelijk in de praktijk werkt en wat daarvoor nodig is.
Beleid in uitvoering vraagt om bijsturing. Alleen dan wordt het een succes. Om goed te kunnen bijsturen, moet je al in de beleidsvorming bedenken hoe je dat wilt gaan doen en daarvoor de middelen vormgeven.